Vergelijking bestandssystemen

In deze tabellen worden de functies en beperkingen van elk bestandssysteem samengevat.

Tabel 1. Overzicht bestandssystemen (deel 1 van 2)
Mogelijkheden "hoofddirectory" (/) QOpenSys QSYS.LIB16 QDLS QNTC
Standaardonderdeel van IBM® i Ja Ja Ja Ja Ja
Bestandstype Stroom Stroom Record 12 Stroom Stroom
Max. bestandsgrootte T2 = 1 TB; T1 = 128 GB T2 = 1 TB; T1 = 128 GB Databasebestandsgrootten 4 GB Wisselend 17
Toegang via IBM i-bestandsserver Ja Ja Ja Ja Ja
Directe toegang via I/O-processor als bestandsserver 1 Nee Nee Nee Nee Ja
Relatieve snelheid voor openen/sluiten Gemiddeld2 Gemiddeld2 Laag 2 Laag 2 Gemiddeld2
Hoofdlettergevoelige zoekopdracht naar naam Nee Ja Nee 4 Nee 5 Nee
Maximumlengte van elk onderdeel in pad 255 tekens 3 255 tekens 3 10 of 6 tekens 6 8 of 3 tekens 7 255 tekens 3
Maximumlengte van pad8 16 MB 16 MB 55–66 tekens4 82 tekens 255 tekens
Maximumlengte van de uitgebreide kenmerken van een object 2 GB 2 GB Wisselend9 32 kB 0 18
Maximumniveaus van directoryhiërarchie binnen bestandssysteem Geen maximum10 Geen maximum10 3 32 127
Maximumaantal koppelingen per object11 Wisselend 15 Wisselend 15 1 1 1
Ondersteunt symbolische koppelingen Ja Ja Nee Nee Nee
Object of bestand kan eigenaar hebben Ja Ja Ja Ja Nee
Ondersteunt opdrachten voor het geïntegreerd bestandssysteem Ja Ja Ja Ja Ja
Ondersteunt API's voor het geïntegreerd bestandssysteem Ja Ja Ja Ja Ja
Ondersteunt API's voor hiërarchische bestandssystemen Nee Nee Nee Ja Nee
Threadsafe 13 Ja Ja Ja Nee Ja
Ondersteunt objecten opnemen in een journaal Ja Ja Ja14 Nee Nee
Opmerkingen:
  1. De I/O-processor als bestandsserver is hardware die wordt gebruikt door de LAN-server.
  2. De snelheid is van toepassing wanneer het bestandssysteem wordt benaderd via de IBM i-bestandsserver.
  3. Voor bepaalde CCSID-waarden kan de maximale lengte minder dan 255 tekens bedragen.
  4. De maximale padlengte van het QSYS.LIB-bestandssysteem bedraagt 55 tekens. De maximale padlengte van het onafhankelijke ASP QSYS.LIB-bestandssysteem bedraagt 66 tekens.
  5. Zie Bestandssysteem documentenbibliotheekservices (QDLS) voor meer informatie.
  6. De maximumlengte van deze waarde is 10 tekens voor de objectnaam en 6 tekens voor het objecttype.
  7. De maximumlengte van deze waarde is 8 tekens voor de naam 1 tot 3 tekens voor de bestandsextensie (indien gebruikt).
  8. De waarden zijn gebaseerd op een absoluut padnaam die begint met/wordt gevolgd door de bestandssysteemnaam (bijvoorbeeld /QDLS...).
  9. De bestandssystemen QSYS.LIB en onafhankelijke ASP QSYS.LIB-bestandsystemen ondersteunen drie vooraf gedefinieerde uitgebreide kenmerken: .SUBJECT, .CODETABEL en .TYPE. De maximumlengte wordt bepaald door de gecombineerde lengte van deze drie uitgebreide kenmerken.
  10. In de praktijk zijn de directoryniveaus beperkt door de grenzen van de programma- en systeemruimte.
  11. Een uitzondering hierop is een directory. Die kan slechts één koppeling naar een andere directory hebben.
  12. De gebruikersruimten in de bestandssystemen QSYS.LIB en onafhankelijke ASP QSYS.LIB-bestandssystemen ondersteunen in- en uitvoer van stroombestanden
  13. API's van het IFS zijn threadsafe als de bewerking wordt uitgevoerd op een object dat zich in een threadsafe bestandssysteem bevindt. Als deze API's worden toegepast op objecten in bestandssystemen die niet threadsafe zijn terwijl bij een taak meerdere threads worden uitgevoerd, mislukt de API.
  14. De bestandssystemen QSYS.LIB en onafhankelijke ASP QSYS.LIB ondersteunen journalen voor andere objecttypen dan de bestandssystemen "hoofddirectory" (/), UDFS en QOpenSys.
  15. *TYPE2-directory's kunnen maximaal 1 miljoen koppelingen per object hebben en maximaal 999998 subdirectory's. *TYPE1-directory's kunnen maximaal 32 767 koppelingen per object hebben.
  16. De gegevens in deze tabel hebben betrekking op de bestandssystemen QSYS.LIB en onafhankelijke ASP QSYS.LIB.
  17. Deze limiet is afhankelijk van het systeem dat wordt geopend.
  18. QNTC ondersteunt geen uitgebreide kenmerken.

Afkortingen

  • T1 = *TYPE1 *STMF
  • T2 = *TYPE2 *STMF
  • B = bytes   kB = kilobytes   MB = megabytes   GB = gigabytes  TB = terabytes
Tabel 2. Overzicht bestandssystemen (deel 2 van 2)
Mogelijkheden QOPT QFileSvr.400 UDFS NFS
Standaardonderdeel van IBM i Ja Ja Ja Ja
Bestandstype Stroom Stroom Stroom Stroom
Max. bestandsgrootte Wisselend16 Wisselend 3 T2 = 1 TB; T1 = 128 GB Wisselend 14
Toegang via IBM i-bestandsserver Ja Ja Ja Ja
Directe toegang via I/O-processor als bestandsserver 1 Nee Nee Nee Nee
Relatieve snelheid voor openen/sluiten Laag Laag 2 Gemiddeld2 Gemiddeld2
Hoofdlettergevoelige zoekopdracht naar naam Nee Nee 2 Ja 11 Wisselend 2
Maximumlengte van elk onderdeel in pad Wisselend 4 Wisselend 2 255 tekens 15 Wisselend 2
Maximumlengte van padnaam 5 294 tekens Geen maximum2 16 MB Geen maximum2
Maximumlengte van de uitgebreide kenmerken van een object 8 MB 0 6 2 GB 10 0 6
Maximumniveaus van directoryhiërarchie binnen bestandssysteem Geen maximum7 Geen maximum2 Geen maximum7 Geen maximum2
Maximumaantal koppelingen per object 8 1 1 Wisselend 13 Wisselend 2
Ondersteunt symbolische koppelingen Nee Nee Ja Ja 2
Object of bestand kan eigenaar hebben Nee Nee 9 Ja Ja 2
Ondersteunt opdrachten voor het geïntegreerd bestandssysteem Ja Ja Ja Ja
Ondersteunt API's voor het geïntegreerd bestandssysteem Ja Ja Ja Ja
Ondersteunt API's voor hiërarchische bestandssystemen Ja Nee Nee Nee 2
Threadsafe 12 Ja Ja Ja Ja
Ondersteunt objecten opnemen in een journaal Nee Nee Ja Nee
Opmerkingen:
  1. De I/O-processor als bestandsserver is hardware die wordt gebruikt door de LAN-server.
  2. Deze waarde is afhankelijk van het systeem op afstand dat wordt benaderd.
  3. Bij verbinding met een systeem van vóór V6R1 is de maximale bestandsgrootte 2 GB-1. Anders is de maximale bestandsgrootte afhankelijk van het bestandssysteem dat wordt benaderd.
  4. Zie Bestandssysteem Optische media (QOPT) voor meer informatie.
  5. De waarden zijn gebaseerd op een absolute padnaam die begint met/wordt gevolgd door de bestandssysteemnaam.
  6. Het QFileSvr.400 bestandssysteem zendt geen uitgebreide kenmerken terug, ook al ondersteunt het bestandssysteem dat wordt geopend uitgebreide kenmerken.
  7. In de praktijk zijn de directoryniveaus beperkt door de grenzen van de programma- en systeemruimte.
  8. Een uitzondering hierop is een directory. Die kan slechts één koppeling naar een andere directory hebben.
  9. Het bestandssysteem dat wordt geopend, ondersteunt eventueel objecteigenaren.
  10. De maximumlengte van uitgebreide kenmerken van het UDFS kan niet meer dan 40 bytes zijn.
  11. Hoofdlettergevoeligheid kan worden opgegeven wanneer een UDFS wordt gemaakt. Als bij het maken van een UDFS de parameter *MIXED wordt gebruikt, kunnen hoofdlettergevoelige scans worden uitgevoerd.
  12. API's van het IFS zijn threadsafe als ze worden geopend in een multithreadproces. Het bestandssysteem staat niet toe dat bestandssystemen die niet threadsafe zijn, worden geopend.
  13. *TYPE2-directory's kunnen maximaal 1 miljoen koppelingen per object hebben. *TYPE1-directory's kunnen maximaal 32 767 koppelingen per object hebben.
  14. Deze limiet is afhankelijk van het systeem dat wordt geopend.
  15. Voor bepaalde CCSID-waarden kan de maximale lengte minder dan 255 tekens bedragen.
  16. 9.999.999.827.968 bytes bij toegang via het geïntegreerde bestandssysteem. 4.294.705.152 bytes bij toegang via het hiërarchische bestandssysteem (HFS).

Afkortingen

  • T1 = *TYPE1 *STMF
  • T2 = *TYPE2 *STMF
  • B = bytes   kB = kilobytes   MB = megabytes   GB = gigabytes  TB = terabytes