Bestandssysteem hoofddirectory (/)

Het bestandssysteem "hoofddirectory" (/) maakt optimaal gebruik van de stroombestandondersteuning en hiërarchische directorystructuur van het geïntegreerde bestandssysteem. Het heeft ook enkele kenmerken van het bestandssysteem DOS.

Daarnaast geldt:

  • Het is geoptimaliseerd voor in- en uitvoer van stroombestanden.
  • Het ondersteunt meervoudige vaste koppelingen en symbolische koppelingen.
  • Het ondersteunt lokale sockets.
  • Het ondersteunt threadsafe API's.
  • Het ondersteunt *FIFO-objecten.
  • Het ondersteunt niet alleen de *CHRSF-objecten /dev/null en /dev/zero, maar ook andere *CHRSF-objecten.
  • Het ondersteunt het in een journaal opnemen van objectwijzigingen.
  • Het ondersteunt het scannen van objecten met behulp van de exit points van het geïntegreerd bestandssysteem die betrekking hebben op scannen.

Het bestandssysteem "hoofddirectory" (/) ondersteunt de tekengeoriënteerde speciale bestanden (*CHRSF) /dev/null en /dev/zero. Tekengeoriënteerde speciale bestanden horen bij een apparaat of een resource van een computersysteem. Ze hebben paden die voorkomen in directory's en hebben dezelfde toegangsbescherming als gewone bestanden. De tekengeoriënteerde speciale bestanden /dev/null en /dev/zero zijn altijd leeg en gegevens die naar /dev/null en /dev/zero worden geschreven, worden gewist. De bestanden /dev/null en /dev/zero hebben *CHRSF als objecttype en kunnen worden gebruikt als gewone bestanden, met dat verschil dat er nooit gegevens in het bestand /dev/null worden ingelezen en dat het bestand /dev/zero altijd wordt teruggezonden met alle gegevens gewist (louter nullen).

Toegang tot het bestandssysteem hoofddirectory (/)

Het bestandssysteem "hoofddirectory" (/) kan worden geopend via de interface van het geïntegreerd bestandssysteem met behulp van de opdrachten, gebruikersschermen en API's van de IBM® i-bestandsserver en van het geïntegreerd bestandssysteem.