Logboeksubroutines voor Windows-systemen

IBM® Prerequisite Scanner heeft een set algemene logboeksubroutines in het bestand preq.vbs voor het afbeelden van berichten op de console of het wegschrijven naar het logbestand.

In Tabel 1 worden de logboekfuncties beschreven

Tabel 1. Logboeksubroutines
Subroutine Beschrijving Invoerparameters
deleteLogFile Hiermee wordt het logbestand verwijderd als het bestaat. Geen
log(level, msg) Hiermee wordt het bericht naar het logbestand geschreven met behulp van de functie fmt(). Het logbestand bevat ook de huidige datum en tijd.
  • level, een tekenreeks waarmee het type bericht wordt ingesteld, zoals informatie- of waarschuwingsbericht
  • msg, een tekenreeks die het bericht voor het logbestand weergeeft
logDebug(msg) Hiermee wordt de functie log() aangeroepen, waarbij "DEBUG" als de invoerparameter niveau wordt doorgegeven. msg, een tekenreeks die het bericht voor het logbestand weergeeft
logError(msg) Hiermee wordt de functie log() aangeroepen, waarbij "ERROR" als de invoerparameter niveau wordt doorgegeven. msg, een tekenreeks die het bericht voor het logbestand weergeeft
logInfo(msg) Hiermee wordt de functie log() aangeroepen, waarbij "INFO" als de invoerparameter niveau wordt doorgegeven. msg, een tekenreeks die het bericht voor het logbestand weergeeft
logconsole(msg) Hiermee wordt het bericht naar de console geschreven. msg, een tekenreeks die het naar de console te schrijven bericht weergeeft
logconsoleWith
Replacement
(msg, replaceStr)
Hiermee wordt het bericht naar de console geschreven, waarbij een berichtcode en tekenreeks als invoerparameters worden doorgegeven.
  • msg, de berichtcode die de naar de console te schrijven berichtreeks weergeeft
  • replaceStr, de tekenreeks die de %variable in de waarde van de berichtcode vervangt
logconsoleWith
MultiReplacements
(msg, replaceStrArray)
Hiermee wordt het bericht naar de console geschreven, waarbij een berichtcode en tekenreeksarray als invoerparameters worden doorgegeven.
  • msg, de berichtcode die de naar de console te schrijven berichtreeks weergeeft
  • replaceStrArray, de tekenreeksarray waarbij elke index in de array een %variable in de waarde van de berichtcode vervangt
logWarning(msg) Hiermee wordt de functie log() aangeroepen, waarbij "WARNING" als de invoerparameter niveau wordt doorgegeven. msg, een tekenreeks die het bericht voor het logbestand weergeeft